OliNo

Duurzame Energie

Achtergronddocument Klimaatbeleid 2.0

Geplaatst door Jip Lenstra in Overview, Uitleg
Tags:
Geef een reactie

Dit artikel is bestemd voor mensen met een behoorlijke kennis van het klimaatprobleem en de energievoorziening. Dit verhaal heeft een mondiale insteek. Op basis ervan kunnen wel conclusies voor Nederland of de EU getrokken worden.
*Het huidige klimaatbeleid is waarschijnlijk niet toereikend om ernstige klimaatverandering te voorkomen of om de kans hierop voldoende te verkleinen
*De discussie over de ernst van het klimaatprobleem blijft voortduren. Pseudo-sceptici verspreiden veel desinformatie. Veel politici omarmen de twijfel die zo wordt veroorzaakt.
*Het doel van deze presentatie is om een nieuw en beter “verhaal” te maken als ondergrond voor klimaatbeleid. Dit is deel 1 van 3

Het oude klimaatverhaal

Al Gore heeft het oude klimaatverhaal het beste neergezet. Centraal staat angst voor een catastrofe die tot inkeer moet leiden.
Het klimaatverhaal veroorzaakt echter ook polemische tegenstellingen:

  • Milieu-activisten versus pseudo-sceptici
  • Hernieuwbaar versus fossiel/CCS (CO2 afvang en opslag)
  • PV (zonnepanelen) versus biomassa

Onzekerheden rond klimaatverandering krijgen in het publieke debat weinig aandacht omdat die niet passen bij een zorgelijk verhaal. Voor zover onzekerheden in beeld komen worden deze afgevangen met het voorzorgsprincipe.
Bij veel betrokken heerst het gevoel dat er (te) weinig vooruitgang is.

Dat klopt ook wel, de cartoon hierover op de volgende sheet heb ik ongeveer 20 jaar geleden al samengesteld.

Klimaatbeleid zit al 20 jaar vast in tegenstellingen.

De nadelen van het gewone klimaatverhaal

    • Het verhaal is in de kern alarmerend. Alarm roepen werkt niet gedurende 10-tallen jaren, en die tijd is wel nodig.
    • De door IPCC aangegeven onzekerheden worden door activisten gecamoufleerd met overtuigingen, dat roept bij tegenstanders weerstand op.
    • Er is niets mis met onzekerheid, ruimte geven aan onzekerheid is wetenschappelijk en politiek sterk.
    • Het huidige verhaal suggereert dat we bij 1,5˚C temperatuurstijging veilig zijn. Dat is helemaal niet zo zeker. Mogelijk krijgen de armere en warmere landen onacceptabele kosten. Bovendien gaat de versnelde zeespiegelstijging gewoon door. De oceanen blijven verzuurd.

  • Eerst het klimaatprobleem zelf, hoe ernstig is dat nou eigenlijk? Hierbij wordt vooral ingegaan op de onzekerheden in de huidige stand van de wetenschap (IPCC)
  • Dan de omvang van de mondiale effecten van klimaatverandering. Deze blijken sterk te verschillen per regio. Ook over de omvang van de effecten bestaan grote onzekerheden
  • Vervolgens de vormen van klimaatbeleid die nodig zullen zijn. Hierbij wordt het beleid in 4 verschillende elkaar aanvullende vormen gepresenteerd.
  • Per beleidstype wordt toegelicht welke technologieën in beeld komen en wat de kosten daarvan naar schatting zullen worden.

De presentatie wordt daar waar nodig onderbouwd met analyses en feiten. De presentatie gaat voorbij aan onderwerpen die voor het grote verhaal minder van invloed zijn. Daarom is er weinig aandacht voor onder meer energiebesparing en adaptatiebeleid.

Klimaatverandering

  • De stijgende CO2 concentratie vormt een uniek experiment met één aarde. Het is daarom onmogelijk om zeker te weten hoe het experiment gaat aflopen.
  • De toekomst is (zoals altijd) onvoorspelbaar, de wetenschap doet zijn best maar komt uiteraard niet verder dan scenario’s op basis van de bestaande kennis.
  • IPCC brengt grote onzekerheden in beeld, de klimaatmodellen geven een behoorlijk spreiding in resultaten voor het jaar 2100.
  • Warmteopname van de oceanen is niet goed voorspelbaar en voor een deel zelfs beïnvloed door klimaatverandering (zie hierna).
  • De klimaatgevoeligheid (de mate waarin de temperatuur stijgt bij een verdubbeling van de CO2 concentratie) blijft een flinke bandbreedte houden.
  • De autonome ontwikkeling van emissies is onzeker.
    De rol waterdamp (zie hierna) wordt nog steeds niet helemaal begrepen.

Onzekerheden klimaatverandering de stralingsbalans

    • De instroom is 340 W/m2, de uitstroom is 339 W/m2, de onbalans is 0,6 W/m2 met een marge van 0,2 tot 1,0 W/m2.
    • De onbalans is 0,18% van de totale vermogensstroom.
    • De stromen worden beïnvloed door klimaatverandering (wolken, waterdamp, verdamping, sneeuwbedekking, etc.)
    • De balans wordt beïnvloed door aerosolemissies van verkeer, industrie en bosbranden.

Onzekerheden klimaatverandering: Warmteopname oceanen

  • 95% van de onbalanswarmte wordt opgenomen door de oceanen (de rest door smeltend ijs).
  • De warmte capaciteit van de atmosfeer en het aardoppervlak is relatief klein
    Het klimaat verandert hoofdzakelijk doordat het oppervlak van de oceanen warmer wordt.
  • Als de afvoer van warmte naar de diepte sneller gaat kan de klimaatverandering vertragen, en omgekeerd.
  • Matthew England en anderen, laten zien dat in de Pacific het mengproces door klimaatverandering wordt versterkt, waardoor een grotere onzekerheid in de modellen komt (zie afbeelding).

Klimaatverandering

  • Het klimaatbeleid moet de onzekerheden rond klimaatverandering omvatten en niet negeren.
  • Aan de andere kant is een heel exacte weergave van de onzekerheden niet mogelijk.
  • Daarom wordt hier een 3-deling met ongeveer gelijke kansen voorgesteld. Elk vakje is ca. 30% kans.
  • De resterende 10% kans wordt open gehouden voor onvoorziene omstandigheden zoals een Wereldoorlog, een pandemie, een meteoorinslag, etc.
  • De hier voorgestelde kansverdeling probeert recht te doen aan de bestaande wetenschap, maar wel met afgeronde getallen om niet de indruk te wekken dat we het heel precies weten.

T2100 is de temperatuurstijging in het jaar 2100 zonder reductiebeleid. NB: De 3 en 4 gradengrens is afgerond op hele graden.

Gevolgen van klimaatverandering

  • Bijgaande grafieken zijn samengesteld op basis van een analyse van economische gevolgen van een temperatuurstijging van 3˚C voor 140 regio’s (Roson en Satori, 2015)
  • Het is duidelijk dat armere en warmere regio’s aanmerkelijk meer economische schade ondervinden dan de rijkere regio’s
  • Als midden waarde van de kansverdeling neem ik een 3-6% lager GDP bij 3˚, dat is dus 1-2% per ˚C stijging.
  • Ter vergelijking: schade Watersnood 1953 was 6% van het BNP van Nederland.
  • Ter relativering: Tot 2030 wordt een mondiale economische groei van 40% voorzien!


  • Gecombineerd met de mate van klimaatverandering ontstaat een matrix
    Rechts boven apocalyptisch
  • Links onder redelijk draagbaar
  • Deze brede benadering zit dichter bij de wetenschappelijke inzichten en is minder gevoelig voor twijfel-sceptici
  • Veel sceptici hebben echter een andere agenda en krijg je nooit aan boord…

Hoe om te gaan met pseudo-sceptici (Climaclowns)

  • Maak onderscheid tussen sceptici met redelijk gefundeerde twijfel en de complotdenkers.
  • De eersten passen meestal in de matrix (links onderin), de pseudo’s vergen een andere benadering
  • Pseudo’s zijn sterk ideologisch gedreven, minstens zo sterk als de milieu-activisten
  • Als klimaatverandering meer zichtbaar wordt zal de invloed van de sceptici kleiner worden.
  • Aanpak door wetenschapsjournalisten werkt beter dan aanpak door wetenschappers, bijvoorbeeld Pothole54 (Peter Hadfield), maar ook Klimaatverandering.nl (Bart Verheggen)
  • Een Climaclown is een iemand die:
    De klimaatwetenschap ziet als een complot
    Vindt dat het klimaatprobleem leidt tot een totalitaire linkse wereld
    Door alsmaar aantoonbaar onjuiste informatie te verspreiden een serieus debat onmogelijk maakt
  • Populistische politici zijn dol op Climaclowns (Baudet, Wilders, Trump, Bolsonaro, en vele anderen).

Draagvlakvormende aspecten

  • De aanpak van klimaatverandering door overheden wordt voor het overgrote deel bepaald door het politieke draagvlak.
  • Economische schade door klimaatverandering in de grote economieën is bij 3˚ temperatuurstijging beperkt.
  • Economische schade door verplaatsing toerisme is het grootste effect (Roson en Satori, 2015), daar zullen weinig mensen echt opgewonden over raken.
  • Sterkere negatieve effecten in armere en warmere landen, met daarmee samenhangende migratie en armoedeproblematiek.
  • Draagvlak in de ontwikkelde landen wordt daarom sterk bepaald door solidariteit.
  • Belangrijke drivers voor draagvlakvorming:
    Extreem weer en klimaatrampen
    Solidariteit met getroffen landen
    Angst voor migratie

Hoeveel reductie is toereikend?

  • Een reductie tot 4 GTC lijkt minstens noodzakelijk. Bij de groeiende emissies vergt dat steeds grotere reducties
  • Rekening houdend met groei van de energieconsumptie zal voor stabilisatie van de concentratie 70 % -80% reductie van de mondiale emissies (CO2) nodig zijn.
  • Onzekerheden: Groei van de energievraag, verandering landgebruik en andere bijkomende gebeurtenissen


De opname door de oceanen neemt niet af, ondanks het warmer worden van het water.

  • Stabilisatie van de concentratie zal waarschijnlijk leiden tot afvlakking van de temperatuurstijging (niet tot daling).
  • Dat wordt mogelijk een te hoge temperatuur wegens de trage implementatie van de beleidspakketten
  • De 2˚C doelstelling is willekeurig en gedateerd. Er is geen overtuigend bewijs dat bij het bereiken van dit doel onacceptabele effecten uit zullen blijven. Dat geldt ook, maar uiteraard in mindere mate, voor een 1,5˚C doelstelling.
  • Het is onzeker bij welke T-stijging de gevolgen onacceptabel zijn
  • En dan is er nog de zeespiegelstijging en de verzuring van de oceanen. Deze effecten staan voor een deel (zeespiegelstijging) of helemaal (verzuring) los van de omvang van de temperatuurstijging.
  • Zeespiegelstijging gaat nog lang (eeuwen) door na stabilisatie van de temperatuur. Dat komt doordat de aanpassing van het landijs aan de nieuwe (hogere) temperatuur op een lange tijdschaal (eeuwen) plaats heeft.
  • De zeespiegelstijging door opwarming van de oceanen stopt wel bij stabilisatie. Hierdoor zal de snelheid van de zeespiegelstijging ongeveer halveren.
  • Bij onacceptabele gevolgen moet de temperatuur dalen, met name in de poolgebieden, om daar weer groei van het landijs te veroorzaken.
  • Verzuring van de oceaan wordt niet minder na stabilisatie.


Deel 2 gaat over Klimaat als Kans, groei en behoefte van (duurzame)energie

Jip Lenstra is tussen 1985 en 2008 in meerdere functies bij het Ministerie van VROM (Milieubeheer) betrokken geweest bij de vorming van het klimaatbeleid. Daarvoor al was Jip Lenstra directeur van de Stichting Energie Anders die voorlichting en onderzoek verzorgde over hernieuwbare energie en energiebesparing. De opgenomen afbeeldingen zijn van internet gehaald zonder rechthebbenden te willen benadelen. Indien rechthebbenden hier bezwaar tegen hebben of een vergoeding wensen zal hun materiaal worden vervangen.
Deze tekst kan worden geciteerd door vermelding van de titel en de naam van de auteur:
Klimaatbeleid 2.0, Jip Lenstra, 2019.

4 Reacties to “Achtergronddocument Klimaatbeleid 2.0”

  1. Jan Tessel Says:

    Beste Jip Lenstra,

    in periode 1991-1993 was ik iets verderop in het gebouw VROM uw tijdelijke collega. Vanuit Ontwikkelingssamenwerking adviseerde ik over beleid. Toen vroeg ik om meer begrip voor die ontwikkelingslanden (China, India, etc) en met hen te praten over het efficiënter omgaan met fossiele brandstoffen en het overgaan op Wind & Solar& Biogas.
    En nog steeds zie ik ‘Fossil’ als een veel groter probleem voor Mensheid. Fossiele brandstoffen zijn vanaf circa 2030 niet meer commercieel te exploiteren (door Shell in mid-’80-er jaren al onderkend) en dan zal ook het Klimaat vraagstuk vanzelf ophouden. Maar dan begint er wel een heel ander probleem duidelijker te worden. Ik meen dat met thema ‘Energie raakt op’ er veel meer burgers wereldwijd bereikt worden en dan ook in actie komen dan steeds maar doorgaan op pad van ‘CO2’.
    Zegt u nu zelf: “Zullen er ooit ‘Fossil-clowns’ opstaan?”

  2. Michiel Pooter Says:

    Lekker makkelijk verhaaltje weer, zonder dat je uitlegt waar we alle energie vandaan moeten halen.
    Klimaatbeleid is voor een groot gedeelte energiebeleid. Wat we van de auteur niet mogen weten is, dat fossiele brandstoffen krankzinnige energiedichtheden leveren en de ENIGE reden is dat we kunnen leven als koningen en prinsen in super complexe maatschappijen. Dat is pure fysica en sociologie en heeft helemaal niks met sceptici of “desinformatie” te maken.
    Goedkope fossiele brandstoffen met hoge dichtheden leveren ons welvaart, comfort, gezondheid, vermaak en vooral voedsel. Het is niet anders. Iedere kleine disruptie daarin, zal onmiddellijk leiden tot economische, maatschappelijke en dystopische ontwrichting. Succes met deel 2.

  3. Jeroen van Agt Says:

    @2. Ik verwarm mijn huis sinds 2012 met een warmtepomp (geen gas meer) en rij sinds 2013 met een 100% elektrische auto. Op mijn dak heb ik voldoende zonnepanelen liggen om mijn huis van elektriciteit te voorzien, de warmtepomp te laten draaien en deels mijn auto te laden. Kortom allemaal prima mogelijk zonder fossiele brandstoffen.

    Verder worden er op dit moment meer dan 1 GW aan windparken JAARLIJKS bijgebouwd op de Noordzee, die gaan maximaal leveren in de winterperiode (waar het harder waait). Die kunnen straks prima onze huizen warm houden als iedereen van het gas af gaat. Het is gewoon een kwestie dan doen.

  4. Michiel de Pooter Says:

    Nee klopt, fossiele brandstoffen deugen echt nergens voor, behalve dan om al die groene speeltjes van Jeroen van Agt te fabriceren en aan de gang te houden…. En renewables gaan binnenkort natuurlijk voor een zorgeloze energievoorziening zorgen voor 8 miljard aardbewoners in 2023. Grondstoffen genoeg ! Succes in je bubbeltje.

Geef een reactie

WP Theme & Icons by N.Design Studio
Gebruiksvoorschriften | Privacybeleid Adverteren Entries RSS Comments RSS Log in