Hieronder staat een overzicht van veel gestelde vragen en de bijbehorende antwoorden op OliNo.

Heb je een interessante vraag die hieronder nog niet beantwoord is laat het ons weten middels het contactformulier.

Als de vraag hoort bij een specifiek artikel, stel de vraag dan in een comment van het artikel zelf.


Vraag:
Geschiktheid halogeen trafos (dimbaar): ik zou graag veel halogeenspots willen vervangen door led. moet ik ook andere trafos kopen? of alleen voor de dimbare spots?

Antwoord:
Het ziet ernaar uit dat je het hebt over 12V spots. Want daarvoor heb je een trafo nodig. ls je ledspots gebruikt dan zal de belasting op die 12V halogeentrafo een stuk lager worden. Met als gevolg dat de spanning erover een stuk hoger wordt. Dat laatste is weer niet goed voor de ledspots. Je wilt niet dat er meer dan 14 V overeenkomt. Daarbij is het zo dat sommige 12V ledspots met 100 Hz gaan knipperen als je er 12V AC opzet. Dat is niet meteen te zien maar je krijgt mogelijk scroboscopische effecten wanneer je met je hand snel heen en weer beweegt of wanneer je een waterstraal laat lopen onder dat licht. Daarnaast, als het veel knippert (een hoge modulatiediepte heeft) dan leidt dat, wanneer het het enige licht is in de ruimte, to sneller vermoeid worden en uiteindelijk tot hoofdpijn.
Als je ledspots gaat toepassen, dan zou ik de 12V halogeentrafo vervangen door een 12V ledtrafo. Daar heb je dan geen hoog vermogen voor nodig omdat je ledjes toch veel minder vragen, en je hebt meteen een 12V DC spanning dus knipperen doen je ledjes dan helemaal niet.

Hierbij eventueel wat links:

Conrad voedingen
Getled voedingen
Gloeilampengoedkoop voedingen
Pacolight
Ledlampenfabriek


Vraag:
Led verlichting boven het aquarium. Ik lees zeer afwijkende beichten over LED verlichting boven het aquarium. Is de lichtkleur goed genoeg voor plantengroei (nu gebruik ik bijv. Tl-8 kleur 830 en 840). Wat voor LED’s kun je nu boven een aquarium gebruiken. Wat voor wattages moet ik hanteren om dezelfde lichthoeveelheid te krijgen?

Antwoord:
Een indicatie hoe goed een lamp geschikt is voor de groei wordt aangegeven middels de PAR waarde (zie uitleg over PAR). Middels het lampenoverzicht van OliNo kun je alle gepubliceerde meetrapporten vinden. In alle recente meetrapporten staat de PAR waarde van de lamp gemeld. Hoe hoger de PAR waarde, hoe beter de lamp geschikt is voor de plantengroei.

Je zou dan de TL-fluorescentiebuizen die erop staan kunnen vergelijken met de ledbuizen.

Kijk maar eens naar de PAR fotostroom van deze twee buizen (zijn fluorescentiebuizen):

Nu zou je deze PAR waarde als referentie kunnen gebruiken in vergelijking met LED buizen in het overzicht.

Die PAR fotostroom geeft aan hoeveel voor de gemiddelde plant nuttige energie wordt afgegeven. Je kunt dit dus vergelijken door naar het lampenoverzicht te gaan en daar te kiezen voor die lampen die een vormfactor hebben die je makkelijk vindt (en die past in jouw applicatie) en kijk naar de PAR fotostroom. Let er een beetje op dat de stralingshoek zo is dat je al het nuttige licht ook in het acquarium krijgt.


Vraag:
In de tuin hebben we zo’n leuke decoratieve led lichtslang aangebracht. Maar wat schetst mij verbazing bij het uitschakelen van de tl verlichting sneuveld de led lichtslang. Raar.

Waarschijnlijk een slechte slang. Terug naar de winkel en volgende. Vervolgens het zelfde verhaal. Even met wat collega’s overleggen onze mening dit komt door een “piekspanning”die wordt terug gegeven aan het net. Onze oplossing meten en de tl schakelaar vervangen door een dubbelpolige schakelaar zodat er niet meer terug geleverd kan worden aan het net. Volgende led slang nu een ander merk. Het leek goed te gaan na 4 keer in proef opstelling succes dachten wij. En de 5e keer gemonteerd en enige brand uren verder jawel bij het uitschakelen van de tl’s ging ook deze lichtslang kapot.

Mijn vraag aan u, heeft u dit vaker gehoord en heeft u enig idee waardoor dit kan komen. Met metingen met een multimeter kan ik geen pieken vinden bij een analoge meter zie ik bij het uitschakelen wel een hele kleine beweging van de naald.

Antwoord:
Stel het ligt aan de piek die ontstaat wanneer de schakelaar uitgezet wordt van een TL -bak met TLs erin. Dan moet dat dus komen door een spanningspiek die onststaat van de TL bak (plus de elektronica daarin) bij het uitschakelen.
Waarom ontstaat een spanningspiek? –> Welnu, ik neem nu aan dat er een spoel zit in je TL bak, dus ik ga uit van een eenvoudig type TL bak, waarbij de ballast een simpele spoel is. Wanneer de TL bak aanstaat, dus de TLs geven licht, dan loopt er dus een stroom door de spoel, daar de spoel (=ballast) in serie staat met de TLs.
Als ik nu de schakelaar van de 230 V uitzet, dan is die spoel daar niet blij mee en wil de stroom niet abrupt naar nul laten gaan maar zal proberen die stroom nog in stand te houden. Dat gaat niet want de schakelaar staat open en dus kan er geen stroom lopen. Dus die spoel zorgt voor een enorme opslingering van de spanning waardoor er uiteindelijk een flinke spanningspiek ontstaat over de schakelaar heen: er ontstaat een soort van vonk bij de schakelaarscontacten!
En het kan zijn dat spulletjes die op 230 V werken en daarbij in de buurt staan, at die die spanningspiek niet kunnen hebben en er kapot van gaan.

Een dubbele schakelaar helpt in dit geval niet echt; er is nu de dubbele afstand tussen de schakelaarspinnen als scheiding echter een spoel kan de spanning wel heel hoog op laten lopen en zo uiteindelijk nog steeds zorgen voor een vonk over de beide schakelaarscontacten. En dus weer een probleem met de verbruikers die dichtbij staan op hetzelfde 230V net en niet tegen die pieken kunnen.

Een paar oplossingen:
1) een betere TL bak, dat wil zeggen een TL bak met eventueel een spoel als ballast maar dan wel eentje met een condensator over de 230 V contacten parallel aan de rest van de schakeling (de ballast en de TLs zelf). Wat gebeurt er nu bij uitschakelen? Welnu de spanning loopt op en slaat zich op in de condensator die parallel over de 230 V staat in de TL bak zelf. Dus de condensator (geen kleintje en moet tegen 600 V kunnen) zal de energie uit de spoel opnemen waardoor de spanningsstijging beperkt blijft en er geen vonkoverslag optreedt

2) een nog betere TL bak met een EVSA, een elektronisch voorschakelapparaat. Deze zijn veel beter van kwaliteit en zorgen ervoor dat er bij uitschakelen geen pieken ontstaan. Het is ook zo dat met een ESVA je de TL buizen aanstuurt met een frequentie van 30 kHz waardoor je ze ook nooit meer ziet knipperen (ook niet wanneer je er zijdelings afkijkt) en waardoor het rendement van de TLs ook omhooggaat (want er hoeft niet steeds weer geioniseerd en gedeioniseerd te worden).

3) Wellicht dat een 230V ontstoorder helpt, door de TL voordat je deze met de 230 V verbindt deze te verbinden via zo’n ontstoorder. Zo’ n ontstoorder is eigenlijk een filter dat dienst doet om peiken op het net mede mogelijk afkomstig van bliksem in de buurt, om die af te filteren. Bi jeen doe-het-zelf zaak kun je die filtertjes kopen en zitten in een behuizing die je in een stopcontact kunt steken en waarin dan weer een stopcontact zelf zit in de behuizing waarin je de stekker van je verbruiker kunt steken.


Vraag:
Ik lees op sommige websites dat LED nu al klaar is om over te nemen, maar dan lees ik op andere sites dat de tijd nog niet rijp is en dat de techniek nog verder uitgewerkt moet worden.

Antwoord:
Dat is maar de vraag. Er zijn zeer veel verschillende LED lampen in de markt en ze hebben allemaal hun eigen kenmerken. Sommige hebben een brede bundel (beter voor in gebruik met lage plafonds en veel bereik hebben), andere een smalle (goed voor hoog ophangen in hallen en dan nog veel licht hebben op de grond). Sommigen zijn warmwit (ideaal voor gezellige verlichting), en andere zijn koudwit (goed voor op de werkplek). De efficiency van LED varieert van 15 lumen/watt (vergelijkbaar met een 100W gloeilamp) tot boven de 100 lumen/watt. De koudwitte LED ze zijn vaak ook de meest efficiënte, omdat het blauwe licht van de gebruikte leds maar door een klein beetje fosfor moet om er (koud)wit van te maken. Steeds vaker hebben de ledbuizen een prima PowerFactor, van > 0.85, zodanig dat ze weinig blindstroom hebben.


Vraag:
Ik wil zelf experimenteren met led, of het wel degelijk geschikt is voor onze displays door de gerichte straal, in de bijlage vindt u een display die nu wordt verlicht door 4 TL buizen. Graag wil ik deze vervangen door 4 led tl-buizen. Gaat dit?

Antwoord:
Als je een gewone TL gebruikt, dan heb je te maken met een rondomstraler. Echter als je je displays alleen van 1 kant verlicht, dan zul je waarschijnlijk de TL buizen in een bak met reflector hebben. Op dat moment heeft die TL met reflectorbak een openingshoek van ongeveer 120 graden. Er zijn best led TLs te vinden die deze openingshoek al hebben. Dus dan zou dat vergelijkbaar moeten zijn.

Heb je echter een display die van twee kanten belicht moet worden, dan kun je ervoor kiezen om twee led TLs te installeren; eentje die naar de ene kant schijnt en eentje naar de andere kant. Als de gewone TL in een houder zit dan verliest deze ook heel wat aan licht agv relfectie en absorptie.


Vraag:
Zou u mij kunnen vertellen met wat voor led tl deze zouden vervangen moeten worden om hetzelfde resultaat te verkrijgen (of beter?). Of is het zo dat de led tl’s nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn om op dit gebied over te nemen?

Antwoord:
Ik denk dat het best mogelijk moet zijn. Probeer een led TL die:

  1. Past in je al bestaande houders in je display
  2. Een openingshoek heeft die zo groot mogelijk is (120 graden ongeveer is wel een maximum voor led TL)
  3. De koudwitte kleur en kijk of je genoeg licht ervan krijgt (efficiency > 80 m/W, met 20 of 22 W een lichthoeveelheid van 1800 lm of meer).
  4. Kijk of ie niet teveel knippert. Sommige mensen zien de 100 Hz knipper als de verlichtingssterkte-modulatie-index te groot is. En je wilt niet dat sommigen flauw worden van je display als deze knippert..
  5. kijk naar een PowerFactor van >= 0.85

Vraag:
Wij hebben onze ledtubes laten testen bij jullie maar nu ben ik opzoek naar de cos phi?
Ik kan deze niet terug vinden in het lampmeet rapport maar wellicht kun je me vertellen hoe ik deze bereken met jullie gemeten gegevens

Antwoord:
Er is een betere indicator die aangeeft in hoeverre er blindvermogen nodig is: Dat is de power factor. Deze geeft veel completer aan wat er aan blindvermogen nodig is.

De cosinus phi geeft alleen maar aan wat het verschil in fase is tussen stroom en spanning. Maar tegenwoordig, zelfs wanneer er geen verschil in fase is tussen stroom en spanning, en dus cosinus phi dus 1.0 is, DANNOG kan het zo zijn dat er blindvermogen nodig is. Dat heeft te maken met de niet gelijkvormigheid van de stroom en spanning. Wanneer de spanning sinusvormig is (en dat is ie in onze bekeken gevallen) en de stroom is dat niet maar meer blokvormig of piekig, dan is er geen optimale vermogensoverdracht en is er toch blindvermogen nodig. En dit laatste wordt OOK weergegeven door de powerfactor maar niet door de cosinus phi. Dus wanneer je een goede èn complete indicator van het aandeel van blindvermogen wil hebben, dan moet je uitgaan van de power factor. De powerfactor is gewoon te vinden in de tabel. Klik hier voor meer uitleg over de powerfactor.

Vroeger werd de term cos phi vaker gebruikt. De term cos phi was ooit eens voldoende om aan te geven wat er aan blindvermogen nodig was. Dat was in de tijd dat we nog met gloeilampen en op zijn maximaal nog met halogeenlampen werkten. En ook nog met gewone motoren. Tegenwoordig zijn de belastingen helemaal niet meer alleen deze, maar zijn er computers, TVs, lampen met voedingen erin zoals spaarlampen en ledlampen. Deze laatste vragen allemaal blindstroom, alleen hebben de fase van de stroom gelijk met die van de spanning. Dus hun cos phi is 1. Echter toch hebben ze blindstroom nodig en dat wordt dan weer berekenbaar door uit te gaan van powerfactor. Deze neemt de ongelijkvormigheid van de stroom met de spanning wel in rekening en zodoende komt deze met een correcte bepaling van de verhouding schijnbaar vermogen en werkelijk vermogen. Diegenen die over cos phi spreken kunnen deze alleen maar gebruiken voor motoren, en niet meer voor alles wat een voeding heeft zoals TVs, ledlampen, spaarlampen, etc etc.


Vraag:
Nou uitgaand van het feit dat de slimme meters ook rekening houden met de blindstroom, moeten mensen nu meer betalen voor hun elektriciteit nu dit ook gemeten kan worden (op internet zijn heel veel mensen die klagen over een stijging in het stroomverbruik na installatie van een “slimme meter”)?

Antwoord:

Je betaalt als prive gebruiker voor netto afgenomen vermogen, dus kWh. Dus daar gebruik je het vermogen P voor en dat maal het aantal uren dat de verbruiker aanstaat. Dus een 22.3 W lamp, maal 10 uur, is 223 Wh oftewel 0.223 kWh. Je betaalt een prijs, bijvoorbeeld 24 ct per kWh en dan kun je je kosten berekenen.

Verder het blindvermogen, wat dus vermogen is wat heen en weergaat tussen het net en de verbruiker. Je betaalt als industriële verbruiker wellicht wel voor blindvermogen, dit om te compenseren voor het feit dat voor de hogere stromen dikkere kabels en groteren transformatoren gebruikt moeten worden. Dus de netbeheerder wil hiervoor een vergoeding zien. Deze vergoeding is veel lager dan de werkelijke stroomkosten.
Consumenten hoeven dit niet te betalen.

Het blindvermogen is trouwens ook wel voor te compenseren. Hoe, dan hangt van het type blindvermogen af. Bij motoren heb je inductief blindvermogen, en bij voedingen (ledlampen, computeradaptors etc) heb je capacitief blindvermogen. Normaliter heeft een groot bedrijf veel inductief vermogen staan (veel motoren. koelkasten, airco’s etc) en dat wordt dan nu eventueel deels gecompenseerd door capacitieve belastingen zoals PC adaptors, ledbuisvoedingen etc. Dus in dat geval zal extra capacitieve belasting ervoor zorgen dat een eventueel overwegend inductieve belasting gecompenseerd wordt.

Als een groot energieverbruikend bedrijf veel blindstroom zou afnemen, en stel dat het inductief is, dan kunnen ze dat compenseren door capaciteitsbanken te installeren in hun netwerk; het benodigde inductieve blindvermogen wordt dan geleverd door de capaciteitsbanken (capacitor banks). Bij veel computeradaptors en ledvoedingen is er al extra capacitieve belasting en dus is er minder correctie nodig.


Vraag:
Ik heb begrepen dat je bij het vervangen van een TL door een LED-TL de starter verwijderd moet worden. De smoorspoel blijft dan functioneren. Is het energieverlies opgenomen door deze spoel hoog?

Antwoord:
Als je spreekt van een gewone spoel als voorschakelapparaat, dan zal deze bij een 36 W buis om en nabij de 8 W verstoken. Deze spoel wordt dus warm als gevolg hiervan. Haal je de 36 W TL buis eruit en tevens de starter eruit en doe je er daarna een led TL in (van 120 cm), dan zal die om en nabij 18 W trekken. Dat is 50 % van het verbruik van de TL buis. De stroom is dus ongeveer ook de helft, waardoor het verliesvermogen in de spoel (het voorschakelapparaat) ongeveer 25 – 30 % wordt. Dus ipv 8 W verlies is dat dan 2 – 2.5 W. Dit is nog steeds jammer maar veel minder dan voorheen. Als je een beetje handig bent dan kun je in je bestaande TL bak ook het voorschakelapparaat loskoppelen. Dan heb je helemaal geen verlies meer.


Vraag:
Bij de geteste lampen wordt de efficiëntie in lm/Watt vermeld. In het meetrapport staat verder een vermelding van de opwarmtijd, met daarbij een zin als: “Gedurende de opwarming neemt de verlichtingssterkte af met 8 % en het opgenomen vermogen met 2 %.”. Ik kan niet vinden wanneer de efficiëntie wordt bepaald. Is dat na de opwarmtijd?

Antwoord:
Pas na de opwarmtijd worden de parameters als efficiëntie, lichtstroom, kleurtemperatuur, CRI, stralinsgdiagram en spanningsafhankelijkheid getest. Want pas dan is het geheel stabiel en kan een relatief langdurige meting zoals deze fotogoniometrische meting gedaan worden. Wil men dan graag weten wat de lichtstroom is na 10 seconden, dan kan men deze altijd terugrekenen.


Vraag:
Hallo, ik heb even een vraag over de lichtopbrengst van een LED TL lamp.
Ik heb hier de LED TL lampen die jullie ook gemeten hebben.

Mijn vraag is nu, als ik met een hand lux meter op een meter afstand van de lamp sta moet ik dan ongeveer op Y lux uitkomen wat mijn luxmeter aangeeft?
Of moet ik dat anders uitrekenen? Ik kan me voorstellen dat mijn meter niet zo precies zal zijn als jullie opstelling maar ik kom nu niet hoger dan een totaal van 1/4 Y Lux op een meter afstand.

Antwoord:
Bij het meten van een LED lamp met een (goedkope) luxmeter moet je heel erg oppassen. De meeste luxmeters zijn alleen gecalibreerd voor metingen aan gloeilampen en/of halogeen lampen. Dit heeft te maken dat een LED lamp een ander spectrum heeft waardoor je fors de mist in kunt gaan.

We hebben hierover een artikel geschreven (Correct verlichtingssterkte meten) waarin je kunt zien dat met een LED lamp het verschil wel tot 45% kan oplopen. Hetzelfde geldt overigens ook voor spaarlampen en TL lampen.

Verder is het van belang dat de meetafstand voldoende groot is ten opzichte van het lichtgevend oppervlak. Anders kun je het niet als een puntmeting beschouwen. De meetafstand moet 5x zo groot zijn dan de lengte van het lichtgevend oppervlak. Als je dat niet doet dan meet je te weinig licht.

Zoals OliNo meet moeten er rekening gehouden worden dat de lichtbron als een puntbron beschouwd kan worden. Dus vandaar die afstandseis. Door de lichtbron als een puntbron te mogen beschouwen, is het mogelijk dat er omrekeningen plaatsvinden tussen helderheid in Cd en verlichtingssterkte in lux. Meer informatie hierover kun je vinden in de technische uitleg artikelen.

Verder creëert OliNo een eulumdat file. Daarmee is het met een gratis te verkrijgen programma als Dialux mogelijk dat er lampen geplaatst worden in een te definieren werkplek, en dan kan uitgerekend worden wat de verlichtingssterkte is op een bepaald werkvlek met een bepaalde opstelling van de lampen in die werkruimte.

Dialux heeft de eulumdat gegevens nodig die dan alles zeggen over het armatuur en de lamp. Als er dan (led) buizen worden gebruikt met een afmeting van 150 en die hangen op 2.7 m hoogte en het werkvlak is op 70 cm, dan is er maar 2 m tussen de buis en het werkvlak. Je bevindt je dan in het zogenaamde “near-field”. Dialux rekent dan toch goed de verlichtingssterkte uit, wellicht omdat ze de buis in kleine deeltjes opdeelt en per deeltje apart berekent wat er aan verlichtingssterkte komt op het werkvlak.

OliNo geeft in de overzichtstabel aan de berekende waardes, die alleen geldig zijn in het verre veld. OliNo geeft geen getallen aan in het nabije veld, omdat die waardes dan berekend moeten worden en afhankelijk zijn van (1) de afmetingen en hoogte van de werkruimte, (2) de mate van reflectie van de wanden, plafond en werkvlak, (3) de opstelling van de gebruikte lampen (hoeveel, hoever uit elkaar etc. Dat zijn veel parameters die OliNo niet standaard allemaal gaat uitrekenen en publiceren bij een artikel. Vandaar dat OliNo alleen de verre veld gegevens plaatst.

In het geval dat het een buis betreft zijn (bijna) alle berekende verlichtingssterkte gegevens niet juist omdat ze zich in het nabije veld bevinden. Dat staat er steeds bij.

Bij kleinere lampen echter geldt (een groot gedeelte) van de tabel wel, en dan is het dus nuttige informatie. Verder staat er meer in de tabel die de tabel toch nuttig maakt.


Vraag:
Ik wil mijn huidige lampenpark vervangen door ledverlichting. Wat betekent dat nu voor nulleiderstromen en harmonischen? Veranderd de cos φ bij meerdere lampen?

Antwoord:
Het antwoord staat beschreven in het artikel Power Factor, THD en nulleiderstromen.


Vraag:
Bestaat er een dimbare spaarlamp welke compatibel is met een dimmer die zoch in de zekeringskast bevind? Mvg en alvast bedankt!

Antwoord:
We weten even niet welke dimmer zich in de zekeringskast bevind. We nemen aan dat een dimmer bedoeld wordt die al in een elektriciteitsdoos zit in de muur, vanwaar een lamp of meerdere lampen te bedienen zijn voor die specifieke kamer. Dat uitgangspunt nemen we even omdat dat me het meest aannemelijke lijkt.
Nu is het zo dat er een tweetal typen dimmers zijn die direct in serie met de lamp(en) geschakeld worden, nl: fase-aansnijdingsdimmers en fase-afsnijdingsdimmers. Zie hiervoor ook de uitleg op de OliNo website.
Een van deze type dimmers zal, indien een dimmer aanwezig is, in de elektriciteitsdoos zitten. Echter de dimmers die het meest gangbaar zijn in het (recente) verleden zijn dimmers die een minimum belasting vereisen van ofwel 20 VA ofwel 60 VA. En het is maar de vraag of 1 spaarlamp aan die eis voldoet. Vandaar dat er gemeten wordt met een Elimpo dimmer die beide aansturingen aankan, die automatisch bestuurd kan worden met een analoge spanning en met een minimum schijnbaar vermogen van 20 VA. Kleinere minimale belasting waarbij tevens automatisch aanstuurbaar kon OliNo niet vinden.
Dimbaarheid met een dimmer wil niet garanderen dat het ook werkt met een andere dimmer. Wel is de ervaring dat wanneer een spaar of led-lamp dimbaar is, deze vaak met een L,R type dimmer dimbaar is, en wanneer er maar 1 lamp aangesloten wordt het veelal werkt op dimmers met een minimum belasting van 20 VA.

Soms geeft een fabrikant of leverancier van lampen aan dat ze een eigen dimmer hebben en verkopen, en die kan dan indien meegeleverd ook gemeten worden. Die resultaten worden dan ook gepubliceerd bij de lamp.


Vraag:
Ik zou graag een foto of grafiek willen overnemen op mijn eigen website en/of publicatie. Mag dat?

Antwoord:
Het is altijd toegestaan om foto’s en/of grafieken van de OliNo website over te nemen mits er een bron vermelding gemaakt wordt met een link naar de olino.org website. Voorbeeld:

Bron: OliNo.org

Voorbeeld HTML code

Het is niet toegestaan om volledige overzichten over te nemen. Zie ook de vraag hierover hieronder.


Vraag:
Wij krijgen steeds vaker de vraag of er lampmetingen volgens het LM79-08 meet protocol uitgevoerd kunnen worden. Onze vraag aan jullie is, is het mogelijk dat we deze werkzaamheden voor onze produkten bij jullie uitbesteden?

Antwoord:
De manier van meten volgt het LM79 protocol. OliNo maakt gebruik van een fotogoniometrische opstelling wat een zeer nauwkeurige en recht-door-zee benadering is om een lamp te meten. OliNo gebruikt gecalibreerde fotospectrometers evenals gecalibreerde luxmeters. En de stroommetingen worden gecontroleerd met gecalibreerde Digitale Multimeters van Fluke. Verder is het zo dat OliNo normaliter een photometrisch bestand in de vorm van een Eulumdat genereert, en op aanvraag voor een klein bedrag extra een IES bestand. Er zijn tevens een hele hoop metingen die OliNo extra doet, waaronder: opstartgedrag, spanningsafhankelijkheidsgedrag, kleurtemperatuurvariatie over de kantelhoek, PAR getal en efficientie, S/P ratio, temperatuursmeting van de lamp, stroomvormmeting, powerfactor, THD, etc. OliNo kan op uitbesteding metingen uitvoeren.

Laten publiceren op onze website is veruit het gunstigste, meer informatie over onze meetdiensten kun je vinden op onze dienstenpagina.


Vraag:
Hoe kan ik een TL lamp vervangen door een LED-TL?

Antwoord:
Je kunt in normale TL bak ook een LED-TL gebruiken. Je moet hiervoor wel een kleine aanpassing maken. Hoe dat werkt staat uitgelegd in het artikel Uitwisseling gewone TL voor Led-TL.


Vraag:
Hoe is de accreditatie van de meetgegevens geregeld bij Olino?

Antwoord:
We zijn niet ge-accrediteerd. Voor accreditatie is tevens een minimum hiërarchie nodig waarbij een ander de meetgegevens vrijgeeft. Dat is niet het doel. Ons doel en missie is een ander: de mensen goed informeren en helpen bij het maken van de juiste keuzes. We meten wel volgens de norm LM-79, en OliNo is bezig NEN- EN 13032-1 ook te implementeren (met name op de CCT meting, de rest is al gelijk aan de LM-79). We meten met gecalibreerde professionele meters, zoals de Jeti 1211 en de Minolta CA210. Binnenkort wordt deze laatste vervangen door een L-klasse temperatuur gestabiliseerde fotometer van Czibula & Grundmann. Er zijn genoeg klanten die eenzelfde lamp(en) hebben laten meten bij OliNo en bij een ge-accrediteerd bureau en zijn tot de conclusie gekomen dat de meetresultaten vergelijkbaar zijn; dit zijn dan ook vaste klanten geworden.


Vraag:

Ik zou graag een banner op mijn eigen website willen zetten om OliNo te promoten, mag dat?

Antwoord:
Vanzelfsprekend stellen we het erg op prijs als je OliNo wilt promoten. We hebben hiervoor een aparte promotie pagina gemaakt waar je eenvoudig een OliNo banner kunt downloaden. Ook hebben we een HTML voorbeeld die laat zien hoe je het logo kunt gebruiken op je eigen website.


Vraag:

Zie elke keer nieuwe lamptesten binnenkomen op de site. Alleen wil ik elke keer doorklikken naar een vergelijking en die zie ik niet. Is er een een overzicht waarin alle geteste lampen voorkomen?

Antwoord:
We hebben een lampen overzicht waarin alle gepubliceerde lampmetingen gevonden kunnen worden. We zijn ook bezig om dit overzicht toegankelijker te maken waardoor je sneller een bepaalde (type) lamp kunt vinden. Hierover binnenkort meer.


Vraag:
Een vaak gestelde vraag op OliNo is waar je op moet letten als je een gloeilamp wilt vervangen door een zuinige LED -of spaarlamp.

Antwoord:
Zie het artikel: Hoe vervang ik een 40W gloeilamp door een LED of spaarlamp


Vraag:
Mooi al die led lampen, maar hoe duur zijn ze, waar waar kan ik ze bestellen, hoe kom ik eraan?

Antwoord:
Bij elke lampmeting die we doen geven we aan van wie we lamp gekregen hebben met een link naar de website van de leverancier. Op deze website kun je vaak terugvinden hoe duur de lamp is en hoe je hem kunt bestellen. Als die informatie niet te vinden is dan kun je altijd nog een mailtje sturen naar de leverancier zelf.


Vraag:
Weten jullie meer over de mogelijkheden voor het verlichten van bv voetbalvelden en tenniscourts met LED?

Antwoord:
Voetbalvelden en tenniscourts worden nog vaak verlicht middels zeer efficiënte kwiklampen. Deze kunnen een efficiency halen van 100 lumen/watt. Er zijn momenteel nog geen LED lampen die dat kunnen halen (wel de LED, maar niet de lamp zelf). De verwachting is dat binnen twee jaar de LED lamp deze efficiency ook kan gaan halen.


Vraag:
Ik zou graag een artikel overnemen van OliNo voor mijn eigen website / publicatie. Mag dat?

Antwoord:
Dit is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • Je vraagt vooraf expliciete toestemming voor het overnemen van artikel en geeft aan waar je het voor gaat gebruiken
  • Indien het gebruikt wordt op een website geef je duidelijk aan wat de bron is: “OliNo Duurzame Energie” met een hyperlink naar het betreffende artikel op OliNo
  • Het is NIET toegestaan om volledige overzichten over te nemen. Voorbeelden hiervan zijn: overzicht lampmetingen, elektrische auto’s, elektrische scooters, elektrische bedrijfswagens.
  • Het is ALTIJD toegestaan om te linken naar artikelen of overzichten op OliNo vanaf je een website, forum of blog.

Vraag:
In het lampenoverzicht zie ik nog niet de lamp van het merk X. Hoe komt dat?

Antwoord:
Voor het doormeten van de lampen zijn we afhankelijk van de lampen die ons aangeboden worden door leveranciers en fabrikanten. Nadat we een meting gedaan hebben vragen we toestemming voor publicatie. Zodra we deze toestemming hebben dan wordt de meting gepubliceerd en opgenomen in het lampenoverzicht. Zie ook onze voorwaarden op de diensten pagina.